Historie

Het eerste gebouw wordt opgezet met afbraakmaterialen uit Rotterdam die per schip naar Deventer worden vervoerd. En zo sticht hij aan de voet van de dijk de Stoomhoutzagerij, een plek die nu, meer dan 100 jaar later, aan een nieuw hoofdstuk is begonnen.

In het begin wordt voor het aandrijven van de zagen een mobiele stoommachine gebruikt. Al na een paar jaar wordt overgegaan op een zuiggasmotor.

Het gas hiervoor komt van een generator die met steenkolen wordt gestookt. Dat geeft nogal eens problemen. Met mistig weer komt de verbranding maar moeilijk op gang en op andere momenten dreigt de hele boel in de lucht te vliegen.

Eind jaren twintig wordt volledig overgeschakeld op elektriciteit.

In 1928 wordt er een bedrijfswoning in een hoek van het bedrijf gebouwd. Veertig jaar lang woont daar bedrijfsleider Wassink met zijn gezin.

De Bolwerksmolen (1863) wordt overgenomen door N.V. Wilpsche Dijk Stoomzagerij en Houthandel. De molen is op dat moment in het bezit van een medewerker van de houtzagerij. De molen was inmiddels al niet meer in gebruik en werd alleen nog voor opslag gebruikt.

Het 25-jarig jubileum wordt in de oorlogsjaren gevierd. Over deze moeilijke tijd is niet veel bekend. Waarschijnlijk moest er noodgedwongen met de Duitsers worden samengewerkt.

In 1964 brandt een deel van De Wilpsche Dijk af en vanaf dat moment gaat het bergafwaarts met het bedrijf.

In 1984 stoppen de machines. De moderne tijd is aan het bedrijf voorbijgegaan en het personeel wordt naar huis gestuurd.

In 2015 wordt stichting Stoomhoutzagerij Wilpsche Dijk opgericht om de houtzagerij aan de Wilpsedijk 2 te behouden. Ook wordt de klompenmakerij van Bertus Roesink door de stichting overgenomen. Deze verhuist van Borne naar de Wilpsche Dijk.